Gewest. kampioenschap driebanden: Titelstrijd om u tegen te zeggen!

Zaterdag: een dag van minuscule verschillen
Het weekend begon met een openingswoord van de penningmeester van Biljartvereniging Castricum (BVC). Hij heette het publiek, de arbiters, de schrijvers en de vrijwilligers van harte welkom. Daarna slenterde hij langs de verschillende biljartdisciplines. Libristen: vrije vogels. Kadristen: vakmannen die houden van lijntjes, niet die van vijftig euro per gram, maar die van krijt op een warm laken. En dan de driebanders: de masochisten van de biljartsport, de wiskundigen van het groene laken. Elke stoot een puzzel, elke oplossing een prachtige creatie van kennis en kunde.
“Driebanden,” zo besloot hij, “is als het leven: soms moet je een omweg nemen om ergens te komen.” En met die wijsheid in de oren begon om 10.00 uur de strijd om het ticket voor het Nederlands Kampioenschap.
De acht finalisten stonden gewapend met keu en krijt klaar om de arena met de groene tafels te betreden. Deze titelstrijd bestond uit zeven ronden, vier wedstrijden op zaterdag en drie op zondag, een lang en slopend weekend. De onderlinge duels waren vaak spannend, maar altijd sportief met wederzijds respect en waardering.
Voor de plaatselijke favoriet Alex Völker (BVC) begon het toernooi stroever dan zand op een glanzende ijsvloer. Zijn eerste twee partijen gingen verloren. Tegen Loek Valk (Wieringermeer ’85) vond hij geen ritme. Tegen Fabian Paf (Sportrust) belandde hij in een thriller. Het publiek keek gespannen toe, handen zweterig. Alex stond op winst. Hij moest nog slechts twee caramboles maken. Fabian had er nog vijf nodig. Maar twee micron-missers van Alex zetten de deur op een kier, en Fabian stormde binnen met een slotserie van vijf.
Het was driebanden in zijn zuiverste vorm: briljante oplossingen, technische perfectie en zuchten in de zaal van verbazing of verlichting. Na afloop zei Fabian: “De gelukkigste heeft gewonnen. We speelden allebei goed, kijk maar naar het moyenne boven de 1,00.” Voor Alex bleek deze nederlaag juist het kleine sleuteltje dat een zware deur opent. Hij herpakte zich en won zijn overige partijen op zaterdag overtuigend. Eerst van John Erkemeij (N.H.D.) in 28 beurten (1,071 moyenne), daarna van Toon Rekmans (Sportrust), degelijk en berekend alsof Archimedes zelf aan tafel stond.
Aan het einde van de dag stond Fabian Paf fier bovenaan met vier overwinningen. Piet Roemer (De Hollandse Club) volgde hem, ongeslagen maar met twee remises. Alex was opgeklommen naar de derde plek, titelkansen klein, maar niet geheel begraven. De rest van het klassement zat zo dicht op elkaar dat het haast een optische illusie leek.
De avond eindigde aan de bar, waar oplossingen voor gemiste stoten opnieuw werden uitgelegd. De biljarttafels deden soms dienst als schoolborden van de hogere driebandenkunde. De mannen uit de noordelijke districten bleken bovendien een barkruk in combinatie met gerstenat en een goed gesprek bijzonder te waarderen.
Zondag: Smaakpapillen gekoesterd van amuse tot dessert
De wereld buiten lag verscholen onder een witte deken, rustig, zacht en vredig. Binnen was het tegenovergestelde waar: spanning, ambitie en voelbare nervositeit. Binnen werden de keuen opgewarmd, en de spelers trappelden als veulens in een lenteweide.
Smakelijke amuse
Fabian Paf ontsnapte tegen John Erkemeij aan zijn eerste nederlaag dankzij een nabeurt van vier: net genoeg voor remise en een hoorbare zucht van opluchting. Alex Völker hield met sterk spel Dick Entes (Krijt op Tijd) af, die knap in het spoor bleef maar uiteindelijk capituleerde. Gertjan Dekker (Horna) versloeg Toon Rekmans overtuigend en bleef zo meestrijden om de medailles.
De partij van de ronde, misschien wel van het weekend, was tussen Loek Valk en Piet Roemer. Zij creëerden een meesterwerk op het biljartlaken. De keu fungeerde als een kwast van een kunstschilder. De ene na de andere fraaie carambole werd op het laken vastgelegd.
Beide schilders stuwden elkaar op naar een niveau dat in deze klasse zelden wordt gehaald. Piet leek op weg naar een moyenne boven de 2,00. Loek bracht de zaal in vervoering met een compositie van zeven caramboles. Piet won met een indrukwekkend moyenne van 1,76. Loek speelde 1,35, goed voor winst op vrijwel elke andere dag. Maar niet op de dag waarop Piet het heilige vuur had. Hij glom na afloop als een net geslepen diamant. “Dit is waarom je blijft driebanden,” zei hij. “Een heerlijke kers op een al smakelijke taart.” De amuse had het publiek hongerig gemaakt. Tijd voor het voorgerecht.
Indrukwekkend voorgerecht
John Erkemeij denderde door en verpulverde Toon Rekmans in slechts 26 beurten. Dick Entes bleef in zijn duel met Loek Valk het slachtoffer van het “net niet”-syndroom: net een klosje, net te hard of te zacht, net niet raak. Driebanden kan wreed zijn. Loek pakte dan ook de twee matchpunten.
In de partij Alex Völker tegen Piet Roemer lagen winst en verlies wel heel dicht bij elkaar. Alles zat in deze match: wonderballen, slim verdedigen en soms een vleugje toeval. Piet trok aan het langste eind met één luttele carambole verschil. Alex was een illusie armer maar een harde ervaring rijker. Cruyff zou zeggen: ”Als je een carambole minder maakt dan je tegenstander, dan verlies je."
De partij tussen Fabian Paf en Gertjan Dekker was pure topsport: klasse, lef, vakmanschap, en een zaal vol oohs en aahs. Gertjan trok verrassend de winst naar zich toe en bezorgde Fabian zijn eerste nederlaag. Daarmee werd het klassement herschikt: Piet Roemer aan kop, dan Fabian Paf, daarachter Gertjan Dekker en Alex Völker. Vier kanshebbers op eremetaal en nog één ronde te gaan.
Verrukkelijk hoofdgerecht
De laatste ronde werd er één waar zelfs een sterrenkok zijn muts voor zou afnemen.
Dick Entes vond ineens alles wat hem twee dagen had ontbroken: precisie, flow en een tikkeltje geluk. In 20 beurten maakte hij zijn 30 caramboles vol, een moyenne 1,50. John Erkemeij deed hetzelfde tegen Loek Valk, ook in 20 beurten, nogmaals 1,50 gemiddeld. Loek zei: “Hier was geen kruid tegen opgewassen.”
Alex Völker móést winnen van Gertjan Dekker voor een podiumplek, en deed dat. Solide, vaardig met herwonnen zelfvertrouwen. De derde plaats én promotie naar de hoofdklasse. Dik verdiend na een remonte gelijk een chef die op het laatste moment de saus weet te redden met de juiste ingrediënten.
De finale tussen Piet Roemer en Fabian Paf was nerveus, defensief en strategisch. Piet, normaal de rust zelve, voelde het gewicht van de mogelijke titel. Remise was genoeg, maar gerust was hij niet. De partij was taai. Stootbeelden die rekenwerk vereisten waar zelfs een goed uitgeruste calculator van op tilt zou slaan. Uiteindelijk was het Fabian Paf die de gouden carambole produceerde, en zich tot gewestelijk kampioen kroonde. Piet eindigde als tweede, en kon terugkijken op een magistraal gespeeld toernooi.
Dessert van prijzen
Voorzitter Rolf Greshof bedankte arbiters, schrijvers en barvrijwilligers en gaf hen waardering en zoetigheid die ze verdienden. De wedstrijdleiding werd terecht bedankt: de titelstrijd verliep vlekkeloos.
De penningmeester sloot af met de prijzen. Hij prees het niveau, de spanning en de inzet van alle spelers. “Er kan maar één winnen,” zei hij, “en dat was volledig terecht Fabian Paf.” Fabian bedankte zijn concurrenten, roemde de sportiviteit en sprak met veel waardering over de BVC: "warme club, topmateriaal, fantastische mensen".






























