Klaverjasavond: Kurken knallen, kaarten vliegen, kaken protesteren
Als je op 15 november het BVC-clubgebouw binnenwandelde, voelde je meteen een goed op stoom komende avond: warme stemmen, hier en daar een lach en iedereen in een goede stemming. Het rook naar koffie, stamppot, optimisme en een vleugje licht verboden plezier. Met 35 spelers, een seizoensrecord dat de tafels bijna deed blozen, stond BVC klaar voor een avond waarin de kaarten niet het enige waren dat over tafel ging.
Acht tafels, volle bak, nul lege stoelen en een sfeer die meer weg had van een feestje dan van een wedstrijd. De avond liep op rolletjes dankzij een organisatie die stond als een handgemaakte Zwitserse klok.
Frans Lute ontpopte zich tot de perfecte ober van dienst, niemand heeft ook maar één seconde dorst geleden. Hij voorzag glazen sneller van inhoud dan sommigen hun kaarten van strategie.
Rolf Greshof was de zelfbenoemde chef de gérant, de man die er met chirurgische precisie op toezag dat de hapjes tijdig de smaakpapillen bereikten. Backstage was hij messcherp, alles op tijd, alles op smaak, alles met een knipoog richting klant.
En onze penningmeester? Die hing als een soort menselijke seismograaf boven de zaal, turend naar trillingen van plezier, glimlachen, bulderlachen en de bekende biggelende tranen. Elke trilling werd door hem nauwgezet vastgelegd, hij had het druk. Heel druk. De temperatuur in de zaal liep op tot tropische waarden, die je normaal alleen in juli aantreft.
Na drie rondes van zestien potjes Amsterdams klaverjassen, waarin puntenrijke slagen, mislukte blufpogingen en hier en daar een stiekem “oeps” elkaar afwisselden, was het tijd voor het scorebureau om zijn werk te doen. De spanning steeg, de stemmen werden door de nieuwsgierigheid een fractie zachter en de (alcoholische) versnaperingen smeerden de droge kelen soms sneller dan bedoeld.
Toen kwam het moment van de prijsuitreiking van Frans Lute. Met flair, met humor, met dat typische Frans-ritme.
De poedelprijs mocht dit keer mee naar huis met Gerard Kuijs. Het puntentotaal was misschien niet om over naar huis te schrijven, maar hij stond overtuigend op de bovenste tree van de lachladder. De man die hem het leven zuur maakte en dat glimlachend deed, was niemand minder dan zijn vriend en tafelgenoot Kees Kok. Kees harkte zijn eerste prijs binnen alsof hij dit al jaren van plan was. Een debuut dat je meteen legendarisch mag noemen.
De marsenprijs ging naar Arie Liefting, die na een hele dag toernooibiljarten toch nog de energie had om bij de klaverjasdrive aan te schuiven. En niet zonder resultaat dus.
De organisatie werd na afloop overstelpt met complimenten. Zó erg dat ze op zondagochtend nog steeds bedankjes ontvingen. En ja, daar word je als organisatie een tikje stil en zelfs een beetje nerveus van: hoe evenaar je zo’n avond in vredesnaam?
Maar stoppen op je hoogtepunt? Nee hoor. BVC is geen wielerploeg die na een Tourzege ineens de fietsen inlevert. Sterker nog: er werd geluisterd naar de deelnemers, en met volle overtuiging besloten om de volgende klaverjasavond niet op 20 december, maar op 13 december te plannen. Geen gedoe, gewoon luisteren naar de klant. Zo doen we dat bij BVC: klantgericht zonder spreadsheet, service met een glimlach.
Aan iedereen die erbij was: dank. Voor de sfeer, de humor, de scherpte en de losse tongen. Jullie maakten de avond, wij hoefden ’m alleen maar te begeleiden.
Meedoen op 13 december?
Stuur een mail naar de bekende penningmeester. De kurk ligt klaar, de kaarten zijn geschud, de kaken… die moeten jullie zelf meenemen.





