10 vragen aan...

Bij Biljartvereniging Castricum spelen ruim 190 leden op regelmatige basis hun spelletje biljart. In deze rubriek zal zo nu en dan één van de spelende leden aan het woord komen. Het gesprek heeft iedere keer als basis 10 dezelfde vragen. 

29 May 2025

Vincent Veldt

De vorige geïnterviewde was Gerard Veldt. En ja, bij Biljartvereniging Castricum (BVC) zijn er nog heel wat onbesproken ‘velden’, in naam en in verhaal. Toch stond Vincent Veldt al geruime tijd op het lijstje van te interviewen BVC-coryfeeën. Hij behaalde onlangs het diploma biljartinstructeur A en is speler van, ons vlaggenschip, het Targa-Kaderteam. Bovendien werd hij dit seizoen districtskampioen driebanden in de eerste klasse.

Het biljarttalent van Vincent zien we met name bij de kaderteamwedstrijden. Maar wat hem misschien nog meer siert, is zijn open houding. Geen kapsones, geen borstklopperij. Gewoon een liefhebber met vakmanschap en gevoel voor mensen.

Vincent is een regelmatig bezoeker van ons buurt- en biljartcentrum waar hij altijd openstaat voor vragen over het spel. Hij deelt zijn kennis graag met anderen. Vincent zegt wat hij denkt, die als een echte Veldt zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. Hij luistert ook, weegt af en durft ook bij te draaien als een ander gelijk heeft.

In zijn spel zie je deze eigenschappen terug. Hij toont altijd respect voor zijn opponent en de arbiter maar is gebrand op de overwinning. Vincent bijt zich in een wedstrijd vast tot de laatste carambole is gespeeld. Het is een genot om hem de keu te zien hanteren, beschikt over een buitengewoon maatgevoel, kan pikeren en masseren als de beste en laat zien wat echt dik spelen is. Vincent is van het seriewerk in het kader maar staat inmiddels ook zijn mannetje in het driebanden. Leuke bijkomstigheid, hij speelt alles met dezelfde keu, eentje die al jaren meegaat en niet de hoofdprijs heeft gekost. Vincent laat daarmee zien dat “talent” belangrijker is dan goed en duur materiaal.

Vincent is een echt “buitenkind” want het is zeker niet alleen biljarten dat de klok slaat in huize Veldt. Het water heeft zijn hart gestolen. Is een groot liefhebber van varen en vissen. Kan uren met zijn gezin op het water vertoeven. Probeert elke wedstrijd van zijn voetballende zoon te zien en kan daar intens van genieten.  

De hoogste tijd dus om eens in de spotlights te zetten.  

Kun je kort iets vertellen over jezelf?

Ik ben Vincent Veldt, geboren in 1981 en getogen in Castricum en opgegroeid tussen de biljarts en de bloembollen. We woonden aan de Van Speykkade, op nog geen honderd meter van ons huidige clubgebouw. Inmiddels woon ik met mijn vrouw Cynthia en onze twee zoons, Yannick van elf en Eloy van vijf jaar, in Beverwijk.

Na jarenlang in de luchtvaartbranche te hebben gewerkt als materiaalplanner en inkoper, vond ik het tijd voor iets nieuws. Geen makkelijke beslissing, en het afgelopen jaar heb ik wel even moeten zoeken naar waar ik mijn draai weer kon vinden. Sinds februari werk ik op de inkoopafdeling van Van Tunen in Beverwijk, een verhuur- en aannemingsbedrijf dat gespecialiseerd is in kust- en oeverwerken. Ze beschikken over een indrukwekkende vloot van zwaar materieel: enorme graafmachines, dumptrucks en bulldozers, echt spul waar je als jongetje met open mond naar keek. En nu mag ik daar dus onderdelen, gereedschap en materialen voor regelen, samen met twee collega’s. Tot nu toe bevalt dat prima. En bijkomend voordeel: ik fiets er lekker naartoe. Scheelt weer een file én het houdt me fit. 

Hoe ben je met het biljartspel in aanraking gekomen?

Mijn ouders en ome Ber hadden een biljartcentrum. Als klein jochie liep ik daar al tussen de biljarts, maar ik speelde er nog niet op. Met zelf spelen ben ik op mijn negende jaar begonnen. Thuis kregen we toen een flink oplegbiljart met een leiplaat van 190 cm bij 80 cm.  Mijn vader, Jan Veldt, had er een prachtig onderstel voor gemaakt. Bijna elk weekend zetten we dat op de salontafel. Met stelpootjes zorgden we ervoor dat de tafel waterpas stond.

Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat speelde ik. Mijn achterarm is trouwens niet de klassieke 90 graden; hij wijkt iets naar buiten. Komt doordat ik als kind eigenlijk net te klein was voor de tafel.

Vanaf mijn elfde ben ik in het biljartcentrum, van mijn vader en ome Ber, gaan spelen. Daar leerde ik toen al Alex Volker, Wim Schermer, Cees en Janus Liefting kennen. En natuurlijk mijn latere trainer Piet Liefting, die mij heel veel heeft bijgebracht. Toen ik begon met les bij Piet speelde ik in het libre twee gemiddeld. Al snel groeide dat moyenne naar een niveau dat Piet zelf nooit gehaald heeft. Tot op de dag vandaag ben ik er dankbaar voor.

Waarom ben je lid geworden van een vereniging en uiteindelijk onze vereniging?

Ik wilde graag biljarten met leeftijdgenoten, veel leren en beter worden. Mijn biljart-roots liggen in Castricum. Maar ik heb ook een jaar of 15 bij Obis in Heemskerk gespeeld, dat was een mooie tijd. Ik voel mij nu weer helemaal thuis bij de BVC. Ik ben zelfs trots op onze mooie club.  

Hoe vaak in de week speel je het spelletje met de drie ballen?

Ik speel gemiddeld twee a drie keer per week. De clubavond op dinsdag, in de kaderteamcompetitie en daarnaast probeer ik nog wat te trainen. Afgelopen jaar ben ik begonnen met lesgeven wat ik ook erg leuk vind. Er gaat veel tijd in zitten, dus is het vaak goed plannen om de balans te vinden tussen gezin, werk en biljarten. Soms is dat net zo’n worsteling als een biljartwedstrijd zelf wel eens kan zijn.

Wat was jouw beste partij ooit en wat is jouw hoogste serie?

Deze vraag leidt bij Vincent tot een ongemakkelijk gevoel. Hij schuift wat op zijn stoel, weet dat er toch een antwoord moet komen maar zijn bescheidenheid zit hem in de weg. 

Ietwat lastige vraag want de beste partij en hoogste serie zijn relatieve begrippen. Over welke spelsoort hebben we het. Een serie van tien is in het driebanden een hele prestatie maar in het libre is dat niet meer dan aardig. Om toch antwoord op de vraag te geven kijk ik naar mijn officiële wedstrijden.

In het libre heb ik een aantal keer 350 caramboles in één beurt gemaakt. Het kader 57/2 (met zes vakken) is veel moeilijker, in die discipline is mijn beste partij uit in twee beuren. Mijn hoogste serie in deze discipline ligt op meer dan 200 caramboles.  

Hoe vind jij het gaan bij onze vereniging?

Ik kan niet anders zeggen dan goed. We mogen onze handen dicht knijpen, we hebben een sterke basis met capabele mensen in het bestuur. Het mooie daarbij vind ik dat ze niet alleen besturen maar ook echt betrokken zijn bij de vereniging en de sport.

Ik ben van verschillende verenigingen lid geweest. Het zijn vaak maar een handjevol mensen, die ontzettend hard werkt en de drijvende kracht is achter de vereniging. Eigenlijk is bij de BVC niet anders. We zouden deze mensen veel meer moeten waarderen en meer de positieve kanten belichten in plaats van de nadruk te leggen over zaken die misschien niet helemaal goed gaan. We zijn een mooie vereniging en hebben het echt goed voor elkaar. Een prachtige accommodatie met heel goed materiaal. Het is ook een actieve vereniging waardoor er ook een levendige prettige sfeer is. Veel verenigingen hebben dit niet.

Ik ben daar echt trots op, laten we dat ook met zijn allen meer uitdragen.

Wat is het leukste of grappigste voorval dat jij bij het biljarten hebt meegemaakt?

Het was in een zaal waar van die vierkante tapijttegels, van 40 bij 40 cm, lagen. Het was een toernooitje rond de kerstperiode.

Mijn tegenstander moest een bal achter zijn rug om spelen. Met de punt van zijn schoen zette hij zich schrap op de vloertegel, die bleek los te liggen en vloog onder zijn voeten weg. De speler in kwestie rolde achterover over het biljart, en kwam met een koprol aan de andere kant van de tafel weer op zijn benen terecht. Ondertussen hield hij de keu stevig beet en sloeg daarmee ook nog een kerstbal uit de zorgvuldig aangebrachte versiering. De chaos was compleet en iedereen in de zaal bulderde van het lachen. 

Wat is jouw grootste ergernis bij het biljarten?

Vincent heeft bij deze vraag een duidelijke mening, en eentje waar veel leden zich waarschijnlijk herkennen.

Daar hoef ik niet zo lang over na te denken. Klagende mensen! Geniet van het spel, het plezier en de sociale contacten. Ik ben in een wedstrijd fanatiek. Ik speel dus om te winnen maar plezier in het spel en alles daaromheen staat met stip op één.

Biljarten, in welke spelsoort dan ook, blijft een lastig spel. Wat zijn jouw 3 tips om beter te spelen?

Als ik voor eigen parochie zou prediken als instructeur dan zou mijn antwoord moeten zijn: lesnemen het geleerde trainen en weer lessen. Zo zit ik niet in elkaar. Het belangrijkste is dat je plezier in de sport hebt, ieder op zijn eigen niveau. Ik denk dat de volgende drie tips iedereen kunnen helpen:  

  1. Bedenk van tevoren hoe je een bepaalde stoot wilt gaan doen. Houd je daaraan als je gaat afstoten en ga niet ondertussen veranderen. 
  2. Je ogen en je hersenen vormen een ijzersterk team. Wat je ziet, registreer je in jouw hersenpan, vóórdat je stoot. Zie in je verbeelding dat je bal maakt en niet aan achterom….
  3. Verspil jouw energie niet aan wat je verkeerd hebt gedaan, maar richt je op het juiste en op nieuwe kansen.

Veel spelen en kijken helpt zeker.

Weet jij een manier om nog meer vrijwilligers te vinden en om nog meer leden te werven?

Deze vraag is gesteld door Gerard Veldt. Ja, een Veldt kan lastige en niet makkelijk te beantwoorden vragen stellen.

Allereerst vele handen maken licht werk. Als leden op zien tegen vrijwillig meewerken, moeten we het waar mogelijk laagdrempeliger maken. Bijvoorbeeld: niet één man achter de bar per avond, maar drie of vier en dan allemaal één uurtje. Kijk ook waar iemands voorkeuren liggen. Eén op één vragen werkt vaak het beste. Je zult zien dat mensen sneller ja zeggen dan je denkt, als je het maar persoonlijk vraagt

En voor ledenwerving kun je denken aan het organiseren van open dagen waarop: 

  • Mensen vrijblijvend kennis kunnen maken met biljarten.
  • Met enthousiasme uitleg en demonstraties worden gegeven. 
  • Mensen het zelf mogen gaan doen. 

Welke vraag zijn wij vergeten te stellen en moeten we voorleggen aan de volgende kandidaat?

De vraag, die aan de volgende kandidaat voorgelegd kan worden is: Wat zou jij kunnen doen voor de vereniging? En wat weerhoud je ervan om dat te doen? 

Overpeinzing

Wat opvalt in het gesprek met Vincent, is zijn liefde voor het spel en zijn respect voor alles wat erbij hoort: tegenstanders, vrijwilligers, het materiaal en de sfeer. En dat alles doorspekt met een nuchtere blik en humor. Hij zou de laatste zijn om zichzelf als voorbeeld te noemen, maar voor menigeen ís hij dat inmiddels wel. Of je nu op dinsdagavond een praatje met hem maakt of op een kampioenschap naar zijn spel kijkt: bij Vincent zie je dat biljarten méér is dan ballen stoten.

Vincent